Niederländisch

Detailübersetzungen für doorgegeven (Niederländisch) ins Spanisch

doorgegeven:

doorgegeven Adjektiv

  1. doorgegeven (verder gegeven)
    transmitido; pasado

Übersetzung Matrix für doorgegeven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pasado verleden
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pasado doorgegeven; verder gegeven af; afgedaan; afgelopen; armoedig; beëindigd; binnengevallen; eerder; flodderig; gereed; geëindigd; haveloos; ingehaald; klaar; langsgekomen; over; overschreden; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; uit; verleden; verlopen; verstreken; vervallen; voltooid; voorbij; voorbij gestreefd; voordien; voorgevallen; voorheen; vorig; vroeger
transmitido doorgegeven; verder gegeven

doorgegeven form of doorgeven:

Konjugationen für doorgeven:

o.t.t.
  1. geef door
  2. geeft door
  3. geeft door
  4. geven door
  5. geven door
  6. geven door
o.v.t.
  1. gaf door
  2. gaf door
  3. gaf door
  4. gaven door
  5. gaven door
  6. gaven door
v.t.t.
  1. heb doorgegeven
  2. hebt doorgegeven
  3. heeft doorgegeven
  4. hebben doorgegeven
  5. hebben doorgegeven
  6. hebben doorgegeven
v.v.t.
  1. had doorgegeven
  2. had doorgegeven
  3. had doorgegeven
  4. hadden doorgegeven
  5. hadden doorgegeven
  6. hadden doorgegeven
o.t.t.t.
  1. zal doorgeven
  2. zult doorgeven
  3. zal doorgeven
  4. zullen doorgeven
  5. zullen doorgeven
  6. zullen doorgeven
o.v.t.t.
  1. zou doorgeven
  2. zou doorgeven
  3. zou doorgeven
  4. zouden doorgeven
  5. zouden doorgeven
  6. zouden doorgeven
en verder
  1. is doorgegeven
  2. zijn doorgegeven
diversen
  1. geef door!
  2. geeft door!
  3. doorgegeven
  4. doorgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorgeven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
chismorrear doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen klikken; uitflappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
comunicar doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen aandienen; aanschrijven; aanzeggen; afkondigen; babbelen; bekendmaken; berichten; bewust maken; communiceren; doorverbinden; iets aankondigen; iets melden; informeren; inlichten; kakelen; kennis geven; kennisgeven van; klappen; kletsen; konde doen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; mening kenbaar maken; op de hoogte brengen; overbrengen; praten; proclameren; snateren; spreken; tippen; van iets in kennis stellen; verkondigen; verwittigen; waarschuwen; wauwelen; zeggen; zwammen
entregar a la persona siguiente doorgeven; verder geven
hacer circular doorgeven; verder reiken
hacer correr la voz doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
hacer pasar doorgeven; verder reiken
pasar doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen aankomen; achteruitgaan; aflopen; afsluiten; bezoeken; bezwijken; dichtdoen; doodgaan; doorhalen; doorkomen; erdoor komen; gebeuren; geld overmaken; geschieden; iemand opzoeken; inhalen; instorten; kapotgaan; langsgaan; langskomen; omkomen; op visite gaan; oprijzen; overboeken; overgaan; overheen gaan; overheen trekken; overkomen; overlijden; overschrijden; overschrijven; overzenden; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; rijzen; sluiten; snel bewegen; sterven; tenondergaan; teruggaan; toedoen; toegaan; toemaken; vergaan; verlopen; verrotten; verstrijken; verteren; vervallen; voorbijgaan; voorbijkomen; voorbijlopen; voorbijrijden; voordoen; voorvallen; wegrotten; zinken
pasar al otra persona doorgeven; verder geven
propagar doorgeven propageren; seeden
repasar doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen bekijken; beproeven; bezichtigen; doorlezen; doornemen; echoën; herhalen; inspecteren; keuren; nabouwen; nalezen; napraten; nazeggen; oefenen; onderzoeken; opnieuw lezen; overlezen; repeteren; testen

Synonyms for "doorgeven":


Verwandte Definitionen für "doorgeven":

  1. via anderen aan iemand geven1
    • wil je de appelmoes even doorgeven?1
  2. een bericht aan iemand vertellen1
    • heeft hij de boodschap doorgegeven?1

Wiktionary Übersetzungen für doorgeven:


Cross Translation:
FromToVia
doorgeven transmitir; pasar; conferir; legar bequeath — to hand down; to transmit
doorgeven heredar; pasar pass down — to hand over
doorgeven pasar pass on — to convey or communicate

Computerübersetzung von Drittern: