Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. doorduwen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorduwen (Niederländisch) ins Spanisch

doorduwen:

doorduwen Verb (duw door, duwt door, duwde door, duwden door, doorgeduwd)

  1. doorduwen

Konjugationen für doorduwen:

o.t.t.
  1. duw door
  2. duwt door
  3. duwt door
  4. duwen door
  5. duwen door
  6. duwen door
o.v.t.
  1. duwde door
  2. duwde door
  3. duwde door
  4. duwden door
  5. duwden door
  6. duwden door
v.t.t.
  1. heb doorgeduwd
  2. hebt doorgeduwd
  3. heeft doorgeduwd
  4. hebben doorgeduwd
  5. hebben doorgeduwd
  6. hebben doorgeduwd
v.v.t.
  1. had doorgeduwd
  2. had doorgeduwd
  3. had doorgeduwd
  4. hadden doorgeduwd
  5. hadden doorgeduwd
  6. hadden doorgeduwd
o.t.t.t.
  1. zal doorduwen
  2. zult doorduwen
  3. zal doorduwen
  4. zullen doorduwen
  5. zullen doorduwen
  6. zullen doorduwen
o.v.t.t.
  1. zou doorduwen
  2. zou doorduwen
  3. zou doorduwen
  4. zouden doorduwen
  5. zouden doorduwen
  6. zouden doorduwen
en verder
  1. is doorgeduwd
  2. zijn doorgeduwd
diversen
  1. duw door!
  2. duwt door!
  3. doorgeduwd
  4. doorduwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorduwen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
imponer doorduwen aandringen; aangeven; aanhouden; casseren; declareren; doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; eerbied inboezemen; geweld gebruiken; inleggen; invoegen; op iets aandringen; opdringen; tussenleggen; verplichten
llevar adelante doorduwen doordrijven; voorwaarts dragen
perseverar doorduwen doordouwen; doorgaan; doorzetten; standhouden; volharden; volhouden
tener constancia y tenacidad doorduwen doordouwen; doorzetten