Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. dikdoenerig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dikdoenerig (Niederländisch) ins Spanisch

dikdoenerig:

dikdoenerig Adjektiv

  1. dikdoenerig (aanstellerig; gekunsteld)
    melindroso; afectado; dengoso; pijo; fanfarrón; rebuscado; amanerado; esnob; artificioso
  2. dikdoenerig (bekakt; geaffecteerd)
    esnob; pijo; rebuscado

Übersetzung Matrix für dikdoenerig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afectado benadeelde; bezwendelde; gedupeerde
fanfarrón blaaskaak; bluffer; branieschopper; charlatan; dikdoener; dikdoeners; geurmaker; grootspreker; haantje; hol vat; kwakzalver; leeg vat; opschepper; opscheppers; opsnijder; patser; pocher; praalhans; praatjesmakers; showbink; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; wonderdokter
pijo dikdoeners; hol vat; leeg vat; opsnijder
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
afectado aanstellerig; dikdoenerig; gekunsteld aanstellerig; geaffecteerd; gecreëerd; gedwongen; geforceerd; gekunsteld; gemaakt; gemaakte gevoelens; geschapen; getroffen; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk; onthutst; ontroerd; ontsteld; onvrijwillig; overdreven; paf; perplex; theatraal; verplicht
amanerado aanstellerig; dikdoenerig; gekunsteld aanstellerig; overdreven; theatraal
artificioso aanstellerig; dikdoenerig; gekunsteld geaffecteerd; gecreëerd; gedwongen; geforceerd; gekunsteld; gemaakt; gemaakte gevoelens; geschapen; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk
dengoso aanstellerig; dikdoenerig; gekunsteld aanstellerig; overdreven; theatraal
esnob aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld snobistisch
fanfarrón aanstellerig; dikdoenerig; gekunsteld brallerig; grootsprakerig; grootsprakig; opschepperig; pocherig; snoevend
melindroso aanstellerig; dikdoenerig; gekunsteld aanstellerig; overdreven; theatraal
pijo aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend
rebuscado aanstellerig; bekakt; dikdoenerig; geaffecteerd; gekunsteld gevraagd; vergezocht

Verwandte Wörter für "dikdoenerig":

  • dikdoenerige