Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. buitenkans:


Niederländisch

Detailübersetzungen für buitenkans (Niederländisch) ins Spanisch

buitenkans:

buitenkans [de ~] Nomen

  1. de buitenkans (meevaller; voordeel)
    la ventaja; la breva; la ganga; la golpe de fortuna

Übersetzung Matrix für buitenkans:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
breva buitenkans; meevaller; voordeel
ganga buitenkans; meevaller; voordeel aanbieding; baat; buitenkansje; fortuintje; gelukje; gelukkig toeval; gewin; koopje; mazzeltje; meevaller; opsteker; profijt; spotkoopje; voordeel; winst
golpe de fortuna buitenkans; meevaller; voordeel fortuin; fortuintje; geluk; gelukje; gelukkigheid; het gelukkig-zijn; mazzel; mazzeltje; meevaller; meevallertje; tref
ventaja buitenkans; meevaller; voordeel baat; gewin; mazzel; meevaller; meevallertje; nut; nuttigheid; profijt; tref; voordeeltje; winst

Verwandte Wörter für "buitenkans":

  • buitenkansen