Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. beweegbaarheid:
  2. beweegbaar:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für beweegbaarheid (Niederländisch) ins Spanisch

beweegbaarheid:

beweegbaarheid [znw.] Nomen

  1. beweegbaarheid (kunnen bewegen)
    la movilidad

Übersetzung Matrix für beweegbaarheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
movilidad beweegbaarheid; kunnen bewegen draagbaarheid; verplaatsbaarheid

Verwandte Wörter für "beweegbaarheid":


beweegbaar:

beweegbaar Adjektiv

  1. beweegbaar (mobiel; los; verzetbaar; verplaatsbaar; roerend)
    móvil; movible; transportable

Übersetzung Matrix für beweegbaar:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
móvil basis; basislijn; beginsel; beweegredenen; drijfveren; fundament; fundering; grondgedachte; grondlijn; grondslag; grondstelling; principe; stimulansen; uitgangspunt; uitgangsvorm; veronderstelling; vertrekpunt
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
movible beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar tilbaar
móvil beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig
transportable beweegbaar; los; mobiel; roerend; verplaatsbaar; verzetbaar transportabel; transporteerbaar; verplaatsbaar; vervoerbaar

Verwandte Wörter für "beweegbaar":


Wiktionary Übersetzungen für beweegbaar:

beweegbaar
adjective
  1. niet gefixeerd in een bepaalde stand of positie, flexibel

Cross Translation:
FromToVia
beweegbaar movedizo; móvil; movible mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).