Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. bedrinken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bedrinken (Niederländisch) ins Spanisch

bedrinken:

bedrinken Verb (bedrink, bedrinkt, bedronk, bedronken, bedronken)

  1. bedrinken

Konjugationen für bedrinken:

o.t.t.
  1. bedrink
  2. bedrinkt
  3. bedrinkt
  4. bedrinken
  5. bedrinken
  6. bedrinken
o.v.t.
  1. bedronk
  2. bedronk
  3. bedronk
  4. bedronken
  5. bedronken
  6. bedronken
v.t.t.
  1. heb bedronken
  2. hebt bedronken
  3. heeft bedronken
  4. hebben bedronken
  5. hebben bedronken
  6. hebben bedronken
v.v.t.
  1. had bedronken
  2. had bedronken
  3. had bedronken
  4. hadden bedronken
  5. hadden bedronken
  6. hadden bedronken
o.t.t.t.
  1. zal bedrinken
  2. zult bedrinken
  3. zal bedrinken
  4. zullen bedrinken
  5. zullen bedrinken
  6. zullen bedrinken
o.v.t.t.
  1. zou bedrinken
  2. zou bedrinken
  3. zou bedrinken
  4. zouden bedrinken
  5. zouden bedrinken
  6. zouden bedrinken
diversen
  1. bedrink!
  2. bedrinkt!
  3. bedronken
  4. bedrinkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bedrinken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
emborracharse bedrinken borrelen; drinken; zuipen
embriagarse bedrinken