Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- vaart:
- varen:
-
Wiktionary:
- vaart → speed, momentum, canal, waterway, shipping
- vaart → velocity, speed, pace, appearance, aspect, look, sight, view, countenance, guise, respect, haste, promptness, promptitude, quickness, swiftness, rapidity
- varen → sail, drive, navigate, fare, cruise
- varen → fern
- varen → fare, ride, travel, drive, wend, fern, navigate
Niederländisch
Detailübersetzungen für vaart (Niederländisch) ins Englisch
vaart:
-
de vaart (snelheid; spoed; tempo; gang)
-
de vaart (kanaal; gracht)
-
de vaart (vlugheid; snelheid; vlotheid; rapiditeit; gezwindheid; schielijkheid; tempo; rapheid)
-
de vaart (in volle vaart)
Übersetzung Matrix für vaart:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
canal | gracht; kanaal; vaart | gracht; gracht rond stad; singel; stadsgracht |
channel | gracht; kanaal; vaart | communicatiekanaal; geul; kanaal; net; televisiekanaal; vaargeul |
full speed | in volle vaart; vaart | galop; snelle gang |
quickness | gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid | gauwigheid |
rapidity | gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid | schielijkheid |
speed | gang; in volle vaart; snelheid; spoed; tempo; vaart | acceleratie; hoogste snelheid; ijl; maximumsnelheid; rijsnelheid; topsnelheid; versnelling |
tempo | gezwindheid; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; snelheid; tempo; vaart; vlotheid; vlugheid | |
velocity | gang; snelheid; spoed; tempo; vaart | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
speed | hardrijden | |
Not Specified | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
full speed | topsnelheid |
Verwandte Wörter für "vaart":
Synonyms for "vaart":
Verwandte Definitionen für "vaart":
Wiktionary Übersetzungen für vaart:
vaart
Cross Translation:
noun
vaart
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vaart | → velocity; speed; pace | ↔ Geschwindigkeit — Physik: Verhältnis von zurückgelegter Strecke zur dafür benötigten Zeit (Geschwindigkeit = Strecke/Zeit) |
• vaart | → speed; pace; velocity; appearance; aspect; look; sight; view; countenance; guise; respect | ↔ allure — façon d’aller, de marcher. |
• vaart | → haste; speed; promptness; promptitude; quickness; swiftness; rapidity | ↔ hâte — Extrême promptitude, vivacité, rapidité avec laquelle on fait quelque chose. |
• vaart | → speed; pace; velocity; promptness; promptitude; quickness; swiftness; rapidity | ↔ rapidité — célérité, grande vitesse. |
• vaart | → speed; pace; velocity | ↔ vitesse — allure, rapidité lors d’un mouvement. |
varen:
Konjugationen für varen:
o.t.t.
- vaar
- vaart
- vaart
- varen
- varen
- varen
o.v.t.
- voer
- voer
- voer
- voeren
- voeren
- voeren
v.t.t.
- heb gevaren
- hebt gevaren
- heeft gevaren
- hebben gevaren
- hebben gevaren
- hebben gevaren
v.v.t.
- had gevaren
- had gevaren
- had gevaren
- hadden gevaren
- hadden gevaren
- hadden gevaren
o.t.t.t.
- zal varen
- zult varen
- zal varen
- zullen varen
- zullen varen
- zullen varen
o.v.t.t.
- zou varen
- zou varen
- zou varen
- zouden varen
- zouden varen
- zouden varen
en verder
- ben gevaren
- bent gevaren
- is gevaren
- zijn gevaren
- zijn gevaren
- zijn gevaren
diversen
- vaar!
- vaart!
- gevaren
- varend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für varen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
go sailing | varen; zeilen | gaan varen |
navigate | bevaren; navigeren; varen | bevaren; kruisen; laveren; navigeren; tegen de wind in varen; vliegtuig besturen |
sail | bevaren; navigeren; varen; zeilen | aanhouden op; aansturen op; afreizen; afstevenen op; afstomen op; afvaren; afvaren op; bevaren; bezeilen; heengaan; uitvaren; van wal gaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken |
Verwandte Definitionen für "varen":
Wiktionary Übersetzungen für varen:
varen
Cross Translation:
verb
noun
varen
-
een sporenplant
- varen → fern
verb
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• varen | → fare; ride; travel; drive; wend | ↔ aller — se déplacer jusqu'à un endroit. |
• varen | → fern | ↔ fougère — (botanique) Plante aux grandes feuilles, dont les très nombreuses espèces constituent la classe des Filicinées, la plus importante classe des cryptogames vasculaires. |
• varen | → navigate | ↔ naviguer — aller sur mer, sur un lac, sur une rivière. |