Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. opluistering:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opluistering (Niederländisch) ins Englisch

opluistering:

opluistering [de ~ (v)] Nomen

  1. de opluistering (versiering; draperie; tooi; )
    the garnishing; the decoration; the ornament; the corsage; the adornment; the buttonhole; the drapery

Übersetzung Matrix für opluistering:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adornment corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel grafisch element; opluisteren; sieraad; sierstuk; tooien; versieren
buttonhole corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel knoopsgat
corsage corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel keurslijf; korset; lijfje
decoration corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel aankleding; decoratie; ereteken; inrichting; kenteken; merkteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; opschik; opsmuk; ridderorde; smuk; speldje; teken; versiering
drapery corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel manufacturen; stukgoed
garnishing corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
ornament corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel bijou; juweel; ornament; sieraad; sierstuk
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ornament afwerken; garneren; opmaken; opsmukken; schotels garneren; versieren