Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Englisch ->übersetze opgehangen

übersetze opgehangen von Niederländische ins Englisch

Übersicht

Niederländisch nach Englisch: mehr Daten

opgehangen:
- suspended; hung up
ophangen:
- hang up; hang; suspend from; hang on
- suspension; hanging up
Wiktionary:
- opgehangen → hang
- opgehangen → slung
- ophangen → suspend, hang up, hang, sling
- ophangen → hang up

Niederländisch

Detailübersetzungen für opgehangen (Niederländisch) ins Englisch

opgehangen:

opgehangen Adjektiv

opgehangen
suspended; hung up
- suspended Adjektiv
- hung up Adjektiv

Übersetzung Matrix für opgehangen:

Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
suspended	opgehangen
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
hung up	opgehangen

Verwandte Wörter für "opgehangen":

opgehangene

Wiktionary Übersetzungen für opgehangen:

opgehangen

verb

to be executed using gallows
- hang → hangen; opgehangen

past

simple past tense and past participle of sling
- slung → slingerde; slingerden; wierp; wierpen; hing op; hingen op; geslingerd; geworpen; opgehangen

ophangen:

ophangen Verb (hang op, hangt op, hing op, hingen op, opgehangen)

ophangen (opknopen)
to hang up; to hang
- hang up Verb (hangs up, hung up, hanging up)
- hang Verb (hangs, hung, hanging)
ophangen (ergens aan hangen)
suspend from; to hang on
- suspend from Verb
- hang on Verb (hangs on, hung on, hanging on)

Konjugationen für ophangen:

o.t.t.

hang op
hangt op
hangt op
hangen op
hangen op
hangen op

o.v.t.

hing op
hing op
hing op
hingen op
hingen op
hingen op

v.t.t.

heb opgehangen
hebt opgehangen
heeft opgehangen
hebben opgehangen
hebben opgehangen
hebben opgehangen

v.v.t.

had opgehangen
had opgehangen
had opgehangen
hadden opgehangen
hadden opgehangen
hadden opgehangen

o.t.t.t.

zal ophangen
zult ophangen
zal ophangen
zullen ophangen
zullen ophangen
zullen ophangen

o.v.t.t.

zou ophangen
zou ophangen
zou ophangen
zouden ophangen
zouden ophangen
zouden ophangen

en verder

is opgehangen
zijn opgehangen

diversen

hang op!
hangt op!
opgehangen
ophangend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ophangen [znw.] Nomen

ophangen (ophanging; wielophanging)
the suspension; the hanging up
- suspension [the ~] Nomen
- hanging up [the ~] Nomen

Übersetzung Matrix für ophangen:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
hanging up	ophangen; ophanging; wielophanging
suspension	ophangen; ophanging; wielophanging	oponthoud; respijt; schorsing; suspensie; uitstel; vertraging
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
hang	ophangen; opknopen	afhangen; hangen
hang on	ergens aan hangen; ophangen	handhaven; stand houden
hang up	ophangen; opknopen	opprikken
suspend from	ergens aan hangen; ophangen

Wiktionary Übersetzungen für ophangen:

ophangen

verb

iets in een hangende positie bevestigen
- ophangen → suspend
een telefoongesprek beëindigen
- ophangen → hang up
aan de galg opknopen
- ophangen → hang

ophangen

verb

to exhibit by hanging
- hang → ophangen
to execute by suspension from the neck
- hang → hangen; ophangen
to place on a hook
- hang → ophangen
to cause to be suspended
- hang → hangen; ophangen
to be or remain suspended
- hang → hangen; ophangen
to throw
- sling → slingeren; werpen; ophangen
To hang freely
- suspend → ophangen

Cross Translation:

From	To	Via
• ophangen	→ hang up	↔ raccrocher — Raccrocher le combiné du téléphone