Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. machteloosheid:
  2. machteloos:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für machteloosheid (Niederländisch) ins Englisch

machteloosheid:

machteloosheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de machteloosheid (onvermogen)
    the powerlessness; the impotence

Übersetzung Matrix für machteloosheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
impotence machteloosheid; onvermogen hulpeloosheid; impotentie; krachteloosheid; onmacht
powerlessness machteloosheid; onvermogen geen kracht hebben; hulpeloosheid; impotentie; krachteloosheid; onmacht

Verwandte Wörter für "machteloosheid":


machteloos:

machteloos Adjektiv

  1. machteloos (onmachtig)
    helpless; impotent; unable

Übersetzung Matrix für machteloos:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
helpless machteloos; onmachtig hulpeloos; krachteloos; onmachtig; weerloos
impotent machteloos; onmachtig hulpeloos; impotent; krachteloos; onmachtig; weerloos
unable machteloos; onmachtig hulpeloos; onmachtig

Verwandte Wörter für "machteloos":


Wiktionary Übersetzungen für machteloos:

machteloos
adjective
  1. law: having no force
  2. lacking sufficient power or strength
  3. lacking legal authority