Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. kroeghouder:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kroeghouder (Niederländisch) ins Englisch

kroeghouder:

kroeghouder [de ~ (m)] Nomen

  1. de kroeghouder (kastelein)
    the barkeeper; the innkeeper; the landlord; the publican

Übersetzung Matrix für kroeghouder:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
barkeeper kastelein; kroeghouder barkeeper; tapper
innkeeper kastelein; kroeghouder café-eigenaar; caféhouder; herbergier; hotelbezitter; hotelhouder; hotelier; kastelein; kroegbaas; logementhouder; waard
landlord kastelein; kroeghouder café-eigenaar; grondbezitter; grondeigenaar; herbergier; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kastelein; kroegbaas; landbezitter; landeigenaar; landheer; pensionhouder; slotvoogd; verhuurder; verpachter; waard
publican kastelein; kroeghouder herbergier; kastelein; tollenaar; waard

Verwandte Wörter für "kroeghouder":

  • kroeghouders