Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. gemarmerd:
  2. marmeren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gemarmerd (Niederländisch) ins Englisch

gemarmerd:

gemarmerd Adjektiv

  1. gemarmerd
    marbled

Übersetzung Matrix für gemarmerd:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
marbled gemarmerd doorregen; doorwassen

Wiktionary Übersetzungen für gemarmerd:

gemarmerd
adjective
  1. lijkend op marmer

marmeren:

marmeren Verb (marmer, marmert, marmerde, marmerden, gemarmerd)

  1. marmeren
    to marble
    • marble Verb (marbles, marbled, marbling)

Konjugationen für marmeren:

o.t.t.
  1. marmer
  2. marmert
  3. marmert
  4. marmeren
  5. marmeren
  6. marmeren
o.v.t.
  1. marmerde
  2. marmerde
  3. marmerde
  4. marmerden
  5. marmerden
  6. marmerden
v.t.t.
  1. heb gemarmerd
  2. hebt gemarmerd
  3. heeft gemarmerd
  4. hebben gemarmerd
  5. hebben gemarmerd
  6. hebben gemarmerd
v.v.t.
  1. had gemarmerd
  2. had gemarmerd
  3. had gemarmerd
  4. hadden gemarmerd
  5. hadden gemarmerd
  6. hadden gemarmerd
o.t.t.t.
  1. zal marmeren
  2. zult marmeren
  3. zal marmeren
  4. zullen marmeren
  5. zullen marmeren
  6. zullen marmeren
o.v.t.t.
  1. zou marmeren
  2. zou marmeren
  3. zou marmeren
  4. zouden marmeren
  5. zouden marmeren
  6. zouden marmeren
diversen
  1. marmer!
  2. marmert!
  3. gemarmerd
  4. marmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für marmeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
marble marmeren
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
marble marmer