Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. benig:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für benig (Niederländisch) ins Englisch

benig:

benig Adjektiv

  1. benig
    bony; skinny; emaciated
  2. benig (beenachtig; op een been lijkend)
    bony; knuckly

Übersetzung Matrix für benig:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bony beenachtig; benig; op een been lijkend beenachtig; bonkig; botachtig; graatachtig; graatmager; gratig; knokig; op een bot lijkend; scharminkelig; schonkig; totaal vermagerd; vol graten
emaciated benig broodmager; graatachtig; graatmager; knokig; scharminkelig; totaal vermagerd; uitgemergeld; uitgeteerd; vermagerd
skinny benig dun; geen vet op de botten hebbende; iel; knokig; mager; scharminkelig; schraal; schriel; spichtig; sprieterig; tenger; vellerig
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
knuckly beenachtig; benig; op een been lijkend beenachtig; botachtig; op een bot lijkend; schonkig

Verwandte Wörter für "benig":

  • benige

Wiktionary Übersetzungen für benig:


Cross Translation:
FromToVia
benig bony osseux — Qui est de la nature des os, qui a rapport aux os.