Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. speels:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für speels (Niederländisch) ins Deutsch

speels:

speels Adjektiv

  1. speels (dartel)
    fröhlich; ausgelassen; übermütig; munter; lustig; heiter
  2. speels (luchthartig; losjes; luchtig)

Übersetzung Matrix für speels:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausgelassen dartel; speels blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; druk; drukpratend; fideel; fleurig; geanimeerd; geestig; gerust; goed geluimd; grappig; humoristisch; jolig; kleurig; kluchtig; koddig; komiek; komisch; kwiek; leuk; levendig; luchthartig; lustig; monter; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; roezemoezig; stoeiziek; uitbundig; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig; zorgeloos
fröhlich dartel; speels bevredigd; bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; dolblij; druk; drukbezet; drukpratend; fideel; fleurig; geanimeerd; geestig; gelukzalig; genoeg; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; inblij; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; ontzettend blij; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; tevreden; uitbundig; uitgelaten; vergenoegd; verrukt; verzadigd; voldaan; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zalig; zielsgelukkig; zonnig
heiter dartel; speels bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; fideel; fleurig; geanimeerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; grappig; helder; humoristisch; jolig; klaar; kleurig; kluchtig; koddig; komiek; komisch; kwiek; leuk; levendig; levenslustig; lustig; monter; onbewolkt; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
lustig dartel; speels bezet; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; fideel; fleurig; geanimeerd; geestig; geinig; goed geluimd; grappig; humoristisch; jolig; kleurig; kluchtig; koddig; komiek; komisch; kwiek; lachwekkend; leuk; levendig; lollig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uiig; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
munter dartel; speels actief; alert; beweeglijk; bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; fideel; fleurig; geagiteerd; geanimeerd; geestig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; hooggekleurd; jolig; kleurig; kwiek; levendig; levenslustig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; oplettend; tierig; uitgelaten; uitgeslapen; verblijd; verheugd; verhit; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
spielerisch losjes; luchthartig; luchtig; speels gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; zorgeloos
übermütig dartel; speels doldriest; lichtzinnig; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig

Verwandte Wörter für "speels":


Wiktionary Übersetzungen für speels:

speels
Cross Translation:
FromToVia
speels launenhaft whimsical — Given to whimsy; capricious; odd; peculiar; playful; light-hearted or amusing

Computerübersetzung von Drittern: