Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. schroefsleutels:
  2. schroefsleutel:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schroefsleutels (Niederländisch) ins Deutsch

schroefsleutels:

schroefsleutels [de ~] Nomen, Plural

  1. de schroefsleutels

Übersetzung Matrix für schroefsleutels:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Schraubenschlüssel schroefsleutels moersleutels; spanners; steeksleutels
Steckschlüssel schroefsleutels dopsleutel; moersleutels; spanners; steeksleutels

Verwandte Wörter für "schroefsleutels":


schroefsleutels form of schroefsleutel:

schroefsleutel [de ~ (m)] Nomen

  1. de schroefsleutel (moersleutel; steeksleutel; spanner)

Übersetzung Matrix für schroefsleutel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Mutternschlüssel moersleutel; schroefsleutel; spanner; steeksleutel

Verwandte Wörter für "schroefsleutel":


Wiktionary Übersetzungen für schroefsleutel:


Cross Translation:
FromToVia
schroefsleutel Schraubenschlüssel; Schlüssel wrench — hand tool