Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze ouwehoer

übersetze ouwehoer von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

ouwehoer:
- Plapperer; Faseltante; Quatschkopf; Faselhans

Niederländisch

Detailübersetzungen für ouwehoer (Niederländisch) ins Deutsch

ouwehoer:

ouwehoer [de ~ (m)] Nomen

de ouwehoer (kletser; babbelaar; leuterkous; zwamneus)
der Plapperer; die Faseltante; der Quatschkopf; der Faselhans
- Plapperer [der ~] Nomen
- Faseltante [die ~] Nomen
- Quatschkopf [der ~] Nomen
- Faselhans [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für ouwehoer:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Faselhans	babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus	babbelaarster; hannes; keutelaar; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
Faseltante	babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus	babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous
Plapperer	babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus
Quatschkopf	babbelaar; kletser; leuterkous; ouwehoer; zwamneus	druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul; veelprater

Verwandte Wörter für "ouwehoer":

ouwehoeren