Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. machteloos worden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für machteloos worden (Niederländisch) ins Deutsch

machteloos worden:

machteloos worden Verb (word machteloos, wordt machteloos, werd machteloos, werden machteloos, machteloos geworden)

  1. machteloos worden

Konjugationen für machteloos worden:

o.t.t.
  1. word machteloos
  2. wordt machteloos
  3. wordt machteloos
  4. worden machteloos
  5. worden machteloos
  6. worden machteloos
o.v.t.
  1. werd machteloos
  2. werd machteloos
  3. werd machteloos
  4. werden machteloos
  5. werden machteloos
  6. werden machteloos
v.t.t.
  1. ben machteloos geworden
  2. bent machteloos geworden
  3. is machteloos geworden
  4. zijn machteloos geworden
  5. zijn machteloos geworden
  6. zijn machteloos geworden
v.v.t.
  1. was machteloos geworden
  2. was machteloos geworden
  3. was machteloos geworden
  4. waren machteloos geworden
  5. waren machteloos geworden
  6. waren machteloos geworden
o.t.t.t.
  1. zal machteloos worden
  2. zult machteloos worden
  3. zal machteloos worden
  4. zullen machteloos worden
  5. zullen machteloos worden
  6. zullen machteloos worden
o.v.t.t.
  1. zou machteloos worden
  2. zou machteloos worden
  3. zou machteloos worden
  4. zouden machteloos worden
  5. zouden machteloos worden
  6. zouden machteloos worden
diversen
  1. word machteloos!
  2. wordt machteloos!
  3. machteloos geworden
  4. machteloos wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für machteloos worden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
machtlos werden machteloos worden

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für machteloos worden