Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. inloten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inloten (Niederländisch) ins Deutsch

inloten:

inloten Verb (loot in, lootte in, lootten in, ingeloot)

  1. inloten
    durch das Los angewiesen werden; auslosen
    • durch das Los angewiesen werden Verb (werde durch das Los angewiesen, wirst durch das Los angewiesen, wird durch das Los angewiesen, wurde durch das Los angewiesen, wurdet durch das Los angewiesen, durch das Los angewiesen geworden)
    • auslosen Verb (lose aus, losest aus, lost aus, loste aus, lostet aus, ausgelost)

Konjugationen für inloten:

o.t.t.
  1. loot in
  2. loot in
  3. loot in
  4. loten in
  5. loten in
  6. loten in
o.v.t.
  1. lootte in
  2. lootte in
  3. lootte in
  4. lootten in
  5. lootten in
  6. lootten in
v.t.t.
  1. ben ingeloot
  2. bent ingeloot
  3. is ingeloot
  4. zijn ingeloot
  5. zijn ingeloot
  6. zijn ingeloot
v.v.t.
  1. was ingeloot
  2. was ingeloot
  3. was ingeloot
  4. waren ingeloot
  5. waren ingeloot
  6. waren ingeloot
o.t.t.t.
  1. zal inloten
  2. zult inloten
  3. zal inloten
  4. zullen inloten
  5. zullen inloten
  6. zullen inloten
o.v.t.t.
  1. zou inloten
  2. zou inloten
  3. zou inloten
  4. zouden inloten
  5. zouden inloten
  6. zouden inloten
en verder
  1. heb ibgeloot
  2. hebt ingeloot
  3. heeft ingeloot
  4. hebben ingeloot
  5. hebben ingeloot
  6. hebben ingeloot
diversen
  1. loot in!
  2. loot in!
  3. ingeloot
  4. inlotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inloten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
auslosen inloten loten; uitloten; verloten
durch das Los angewiesen werden inloten