Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. erin steken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für erin steken (Niederländisch) ins Deutsch

erin steken:

erin steken Verb (steek erin, steekt erin, stak erin, staken erin, erin gestoken)

  1. erin steken
    hineinstecken
    • hineinstecken Verb (stecke hinein, steckst hinein, steckt hinein, steckte hinein, stecktet hinein, hineingesteckt)

Konjugationen für erin steken:

o.t.t.
  1. steek erin
  2. steekt erin
  3. steekt erin
  4. steken erin
  5. steken erin
  6. steken erin
o.v.t.
  1. stak erin
  2. stak erin
  3. stak erin
  4. staken erin
  5. staken erin
  6. staken erin
v.t.t.
  1. heb erin gestoken
  2. hebt erin gestoken
  3. heeft erin gestoken
  4. hebben erin gestoken
  5. hebben erin gestoken
  6. hebben erin gestoken
v.v.t.
  1. had erin gestoken
  2. had erin gestoken
  3. had erin gestoken
  4. hadden erin gestoken
  5. hadden erin gestoken
  6. hadden erin gestoken
o.t.t.t.
  1. zal erin steken
  2. zult erin steken
  3. zal erin steken
  4. zullen erin steken
  5. zullen erin steken
  6. zullen erin steken
o.v.t.t.
  1. zou erin steken
  2. zou erin steken
  3. zou erin steken
  4. zouden erin steken
  5. zouden erin steken
  6. zouden erin steken
en verder
  1. is erin gestoken
  2. zijn erin gestoken
diversen
  1. steek erin!
  2. steekt erin!
  3. erin gestoken
  4. erin stekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für erin steken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hineinstecken erin steken afstemmen; binnen gaan; binnendringen; binnenproppen; binnensteken; iemand instoppen; inbrengen; indringen; inproppen; insteken; instellen; instoppen; invoegen; penetreren; toedekken

Verwandte Übersetzungen für erin steken