Niederländisch

Detailübersetzungen für dorst (Niederländisch) ins Deutsch

dorst:

dorst [de ~ (m)] Nomen

  1. de dorst (dorstigheid)
    der Durst

Übersetzung Matrix für dorst:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Durst dorst; dorstigheid

Verwandte Wörter für "dorst":

  • dorstten, dor

Verwandte Definitionen für "dorst":

  1. behoefte om iets te drinken1
    • als het warm is heb je gauw dorst1

Wiktionary Übersetzungen für dorst:

dorst
noun
  1. im übertragenen Sinn: heftiges Verlangen nach etwas haben
  2. (heftiges) Verlangen zu trinken

Cross Translation:
FromToVia
dorst Durst thirst — dryness
dorst Durst soif — Désir, envie, besoin de boire.

dorsen:

dorsen Verb (dors, dorst, dorste, dorsten, gedorst)

  1. dorsen
    dreschen
    • dreschen Verb (dresche, drescht, drischt, draschte, draschtet, gedrescht)

Konjugationen für dorsen:

o.t.t.
  1. dors
  2. dorst
  3. dorst
  4. dorsen
  5. dorsen
  6. dorsen
o.v.t.
  1. dorste
  2. dorste
  3. dorste
  4. dorsten
  5. dorsten
  6. dorsten
v.t.t.
  1. heb gedorst
  2. hebt gedorst
  3. heeft gedorst
  4. hebben gedorst
  5. hebben gedorst
  6. hebben gedorst
v.v.t.
  1. had gedorst
  2. had gedorst
  3. had gedorst
  4. hadden gedorst
  5. hadden gedorst
  6. hadden gedorst
o.t.t.t.
  1. zal dorsen
  2. zult dorsen
  3. zal dorsen
  4. zullen dorsen
  5. zullen dorsen
  6. zullen dorsen
o.v.t.t.
  1. zou dorsen
  2. zou dorsen
  3. zou dorsen
  4. zouden dorsen
  5. zouden dorsen
  6. zouden dorsen
diversen
  1. dors!
  2. dorst!
  3. gedorst
  4. dorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für dorsen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dreschen dorsen hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren

Wiktionary Übersetzungen für dorsen:

dorsen
  1. (transitiv) Landwirtschaft: bei Getreide, Hülsenfrüchten u.dgl. die Körner vom Stroh trennen durch Trampeln, Schlagen, Walzen oder mit einer Dreschmaschine

Cross Translation:
FromToVia
dorsen dreschen flail — to thresh
dorsen dreschen thresh — to separate the grain from the straw or husks
dorsen applaudieren; aufsprengen; aufwühlen; ausdreschen; aushämmern; ausklopfen; Beifall spenden; besiegen; buttern; dengeln; dreschen; gewinnen; hauen; klatschen; klopfen; losdreschen; münzen; peitschen; prasseln; prügeln; pulsieren; quirlen; schlagen; schlagen gegen; schütteln; übersteigen; verbuttern; verdreschen; zusammenschlagen battrefrapper de coups répétés.
dorsen dreschen; ausdreschen; losdreschen rosser — (familier, fr) battre quelqu’un violemment, le rouer de coups.

dorst form of dorsten:

dorsten Verb (dorst, dorstte, dorstten, gedorst)

  1. dorsten (sterk verlangen naar)
    dürsten
    • dürsten Verb (dürste, dürstest, dürstet, dürstete, dürstetet, gedürstet)

Konjugationen für dorsten:

o.t.t.
  1. dorst
  2. dorst
  3. dorst
  4. dorsten
  5. dorsten
  6. dorsten
o.v.t.
  1. dorstte
  2. dorstte
  3. dorstte
  4. dorstten
  5. dorstten
  6. dorstten
v.t.t.
  1. heb gedorst
  2. hebt gedorst
  3. heeft gedorst
  4. hebben gedorst
  5. hebben gedorst
  6. hebben gedorst
v.v.t.
  1. had gedorst
  2. had gedorst
  3. had gedorst
  4. hadden gedorst
  5. hadden gedorst
  6. hadden gedorst
o.t.t.t.
  1. zal dorsten
  2. zult dorsten
  3. zal dorsten
  4. zullen dorsten
  5. zullen dorsten
  6. zullen dorsten
o.v.t.t.
  1. zou dorsten
  2. zou dorsten
  3. zou dorsten
  4. zouden dorsten
  5. zouden dorsten
  6. zouden dorsten
diversen
  1. dorst!
  2. dorst!
  3. gedorst
  4. dorstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für dorsten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dürsten dorsten; sterk verlangen naar dorst hebben

dor:

dor Adjektiv

  1. dor (verdord; droog)
    trocken; dürr; karg; öde; vertrocknet; fruchtlos; welk; unfruchtbar
  2. dor (schraal)
    schal; trocken; dürr; schofel; öde; karg; schäbig; unfruchtbar; kärglich

Übersetzung Matrix für dor:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dürr dor; droog; schraal; verdord bar; benig; broodmager; droog; koud; laag van temperatuur; objectief; onbegroeid; onpartijdig; schraal; schriel; uitgemergeld; uitgeteerd
fruchtlos dor; droog; verdord ijdel; nutteloos; onbeduidend; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat; zonder succes
karg dor; droog; schraal; verdord arm; armzalig; berooid; droog; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; inferieur; karig; luttel; mager; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onvolgroeid; pover; schamel; schraal; schriel; slecht; tweederangs; weinig; zwak
kärglich dor; schraal arm; armzalig; droog; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; inferieur; karig; luttel; mager; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onvolgroeid; pover; schamel; schraal; schriel; slecht; tweederangs; weinig; zwak
schal dor; schraal banaal; bleek; duf; flauw; flets; grof; laag-bij-de-grond; lomp; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; platvloers; schunnig; slap; smakeloos; suf; triviaal; verschaald; verschoten; verschraald; vunzig; waterachtig; waterig; zonder smaak
schofel dor; schraal banaal; bedriegelijk; gefingeerd; grof; honend; hooghartig; laag; laag-bij-de-grond; lomp; minachtend; nagemaakt; niet hoog; ondermaats; onecht; onvolgroeid; onwaar; ordinair; plat; platvloers; ploertig; schunnig; smalend; spottend; triviaal; vals; vulgair; vunzig
schäbig dor; schraal aan lager wal; arm; armoedig; armzalig; banaal; bedriegelijk; berooid; flodderig; gefingeerd; grof; haveloos; hokkerig; inferieur; karig; laag; laag-bij-de-grond; lomp; mager; minderwaardig; nagemaakt; niet hoog; ondermaats; ondeugdelijk; onecht; onvolgroeid; onwaar; ordinair; plat; platvloers; ploertig; pover; schamel; schraal; schunnig; sjofel; sjofeltjes; slecht; triviaal; tweederangs; vals; verachtelijk; verlopen; vulgair; vunzig; zwak
trocken dor; droog; schraal; verdord droge; droog; leukweg; onbewaakt; schraal; schriel; vochtvrij
unfruchtbar dor; droog; schraal; verdord bar; infertiel; onbegroeid; onvruchtbaar
vertrocknet dor; droog; verdord
welk dor; droog; verdord bleek; flauw; flets; kleurloos; krukkig; onbeholpen; onhandig; pips; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verschoten
öde dor; droog; schraal; verdord afgezaagd; afgezonderd; armzalig; bitter teleurgesteld; desolaat; doods; eentonig; eenzaam; ellendig; karig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mager; melig; monotoon; pover; rot; saai; schamel; schraal; slaapverwekkend; suf; taai; uitgestorven; verbitterd; vereenzaamd; verlaten; vervelend; zonder afleiding

Verwandte Wörter für "dor":


Verwandte Übersetzungen für dorst