Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. blind worden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für blind worden (Niederländisch) ins Deutsch

blind worden:

blind worden Verb (word blind, wordt blind, werd blind, werden blind, blind geworden)

  1. blind worden
    erblinden
    • erblinden Verb (erblinde, erblindest, erblindet, erblindete, erblindetet, erblindet)

Konjugationen für blind worden:

o.t.t.
  1. word blind
  2. wordt blind
  3. wordt blind
  4. worden blind
  5. worden blind
  6. worden blind
o.v.t.
  1. werd blind
  2. werd blind
  3. werd blind
  4. werden blind
  5. werden blind
  6. werden blind
v.t.t.
  1. ben blind geworden
  2. bent blind geworden
  3. is blind geworden
  4. zijn blind geworden
  5. zijn blind geworden
  6. zijn blind geworden
v.v.t.
  1. was blind geworden
  2. was blind geworden
  3. was blind geworden
  4. waren blind geworden
  5. waren blind geworden
  6. waren blind geworden
o.t.t.t.
  1. zal blind worden
  2. zult blind worden
  3. zal blind worden
  4. zullen blind worden
  5. zullen blind worden
  6. zullen blind worden
o.v.t.t.
  1. zou blind worden
  2. zou blind worden
  3. zou blind worden
  4. zouden blind worden
  5. zouden blind worden
  6. zouden blind worden
diversen
  1. word blind!
  2. wordt blind!
  3. blind geworden
  4. blind wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für blind worden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
erblinden blind worden

Verwandte Übersetzungen für blind worden