Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. binnenwippen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für binnenwippen (Niederländisch) ins Deutsch

binnenwippen:

binnenwippen Verb

  1. binnenwippen (overwippen)
    vorbeikommen; herüberkommen
    • vorbeikommen Verb (komme vorbei, kommst vorbei, kommt vorbei, kam vorbei, kamt vorbei, verbeigekommen)
    • herüberkommen Verb (komme herüber, kommst herüber, kommt herüber, kam herüber, kamt herüber, herübergekommen)

Übersetzung Matrix für binnenwippen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
herüberkommen binnenwippen; overwippen hierheen komen
vorbeikommen binnenwippen; overwippen aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; inlopen; langsgaan; langskomen; op bezoek komen; op visite gaan; opzoeken; voorbijkomen