Niederländisch

Detailübersetzungen für beving (Niederländisch) ins Deutsch

beving:

beving [de ~ (v)] Nomen

  1. de beving (gebeef)
    die Erschütterung; Beben

Übersetzung Matrix für beving:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Beben beving; gebeef aardbeving; beven; trilling; vibratie
Erschütterung beving; gebeef beven; huivering; ontreddering; rilling; siddering; trilling; vibratie

bevangen:

bevangen Adjektiv

  1. bevangen

bevangen Verb (bevang, bevangt, beving, bevingen, bevangen)

  1. bevangen
    überfallen
    • überfallen Verb (überfalle, überfällst, überfällt, überfiel, überfielt, überfallen)

Konjugationen für bevangen:

o.t.t.
  1. bevang
  2. bevangt
  3. bevangt
  4. bevangen
  5. bevangen
  6. bevangen
o.v.t.
  1. beving
  2. beving
  3. beving
  4. bevingen
  5. bevingen
  6. bevingen
v.t.t.
  1. heb bevangen
  2. hebt bevangen
  3. heeft bevangen
  4. hebben bevangen
  5. hebben bevangen
  6. hebben bevangen
v.v.t.
  1. had bevangen
  2. had bevangen
  3. had bevangen
  4. hadden bevangen
  5. hadden bevangen
  6. hadden bevangen
o.t.t.t.
  1. zal bevangen
  2. zult bevangen
  3. zal bevangen
  4. zullen bevangen
  5. zullen bevangen
  6. zullen bevangen
o.v.t.t.
  1. zou bevangen
  2. zou bevangen
  3. zou bevangen
  4. zouden bevangen
  5. zouden bevangen
  6. zouden bevangen
diversen
  1. bevang!
  2. bevangt!
  3. bevangen
  4. bevangend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bevangen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
überfallen bevangen beroven; iemand overvallen met iets; onteren; ontwijden; overrompelen; overvallen; roven; verrassen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
befangen bevangen bedeesd; beschroomd; bevooroordeeld; bleu; geremd; ingehouden; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen
übermannen bevangen

Verwandte Wörter für "bevangen":

  • bevangenheid

Wiktionary Übersetzungen für bevangen: