Übersicht
Englisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. weekender:


Englisch

Detailübersetzungen für weekender (Englisch) ins Niederländisch

weekender:

weekender [the ~] Nomen

  1. the weekender (weekend cottage)
    weekendhuis; het weekeindhuisje

Übersetzung Matrix für weekender:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
weekeindhuisje weekend cottage; weekender
weekendhuis weekend cottage; weekender

Verwandte Wörter für "weekender":

  • weekenders

Synonyms for "weekender":

  • vacationer; vacationist
  • bag; traveling bag; grip; suitcase

Verwandte Definitionen für "weekender":

  1. a small suitcase to carry clothing and accessories for a weekend trip1
  2. someone who vacations on a weekend1