Übersicht
Englisch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. localise:


Englisch

Detailübersetzungen für localise (Englisch) ins Niederländisch

localise:

to localise Verb, britisch

  1. to localise (trace; localize; locate)
    lokaliseren; traceren; opsporen; vinden
    • lokaliseren Verb (lokaliseer, lokaliseert, lokaliseerde, lokaliseerden, gelokaliseerd)
    • traceren Verb (traceer, traceert, traceerde, traceerden, getraceerd)
    • opsporen Verb (spoor op, spoort op, spoorde op, spoorden op, opgespoord)
    • vinden Verb (vind, vindt, vond, vonden, gevonden)

Übersetzung Matrix für localise:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
vinden encountering; locating
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lokaliseren localise; localize; locate; trace
opsporen localise; localize; locate; trace detect; discover; reveal; spot
traceren localise; localize; locate; trace trace
vinden localise; localize; locate; trace come across; discover; find; learn; locate; meet
- focalise; focalize; localize; place; set
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- localize; locate; place

Synonyms for "localise":


Verwandte Definitionen für "localise":

  1. locate1
  2. restrict something to a particular area1
  3. concentrate on a particular place or spot1
  4. identify the location or place of1

Computerübersetzung von Drittern: