Deutsch
Detailübersetzungen für hinauflaufen (Deutsch) ins Niederländisch
hinauflaufen:
-
hinauflaufen (hinaufgehen)
naar boven gaan; omhooggaan-
naar boven gaan Verb (ga naar boven, gaat naar boven, ging naar boven, gingen naar boven, naar boven gegaan)
-
Übersetzung Matrix für hinauflaufen:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| naar boven gaan | hinaufgehen; hinauflaufen | |
| omhooggaan | hinaufgehen; hinauflaufen | anschwellen; ansteigen; aufstocken; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; steigern; vergrößern; vermehren; zunehmen |