Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. entgegenehmen:


Deutsch

Detailübersetzungen für entgegenehmen (Deutsch) ins Niederländisch

entgegenehmen:

entgegenehmen Verb

  1. entgegenehmen (in Empfang nehmen; empfangen; bekommen; )
    ontvangen; krijgen; in ontvangst nemen; opstrijken
    • ontvangen Verb (ontvang, ontvangt, ontving, ontvingen, ontvangen)
    • krijgen Verb (krijg, krijgt, kreeg, kregen, gekregen)
    • in ontvangst nemen Verb (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
    • opstrijken Verb (strijk op, strijkt op, streek op, streken op, opgestreken)

Übersetzung Matrix für entgegenehmen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
in ontvangst nemen annehmen; bekommen; empfangen; entgegenehmen; erhalten; hinnehmen; in Empfang nehmen akzeptieren; annehmen; beginnen; empfangen; hinnehmen; in Empfang nehmen; starten
krijgen annehmen; bekommen; empfangen; entgegenehmen; erhalten; hinnehmen; in Empfang nehmen
ontvangen annehmen; bekommen; empfangen; entgegenehmen; erhalten; hinnehmen; in Empfang nehmen akzeptieren; annehmen; beginnen; bewirten; einladen; empfangen; hinnehmen; in Empfang nehmen; starten
opstrijken annehmen; bekommen; empfangen; entgegenehmen; erhalten; hinnehmen; in Empfang nehmen

Computerübersetzung von Drittern: