Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. voorbehoud:
  2. voorbehouden:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für voorbehoud (Niederländisch) ins Schwedisch

voorbehoud:

voorbehoud [het ~] Nomen

  1. het voorbehoud
    restriktion; förbehåll
  2. het voorbehoud (voorwaarde; restrictie)
    förehåll; reservation; klausul

Übersetzung Matrix für voorbehoud:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
förbehåll voorbehoud
förehåll restrictie; voorbehoud; voorwaarde
klausul restrictie; voorbehoud; voorwaarde artikel; beding; clausule; zinsnede
reservation restrictie; voorbehoud; voorwaarde boeking; inschrijving; plaatsbespreking; reservering; teruggetrokkenheid
restriktion voorbehoud beperking; vernauwing

Verwandte Wörter für "voorbehoud":


Wiktionary Übersetzungen für voorbehoud:


Cross Translation:
FromToVia
voorbehoud förbehåll caveat — a qualification or exemption
voorbehoud förbehåll; reservation proviso — conditional provision to an agreement
voorbehoud förvaringsställe réserveaction de réserver.

voorbehouden:

voorbehouden Verb (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)

  1. voorbehouden (reserveren)
    reservera
    • reservera Verb (reserverar, reserverade, reserverat)

Konjugationen für voorbehouden:

o.t.t.
  1. behoud voor
  2. behoudt voor
  3. behoudt voor
  4. behouden voor
  5. behouden voor
  6. behouden voor
o.v.t.
  1. behield voor
  2. behield voor
  3. behield voor
  4. behielden voor
  5. behielden voor
  6. behielden voor
v.t.t.
  1. heb voorbehouden
  2. hebt voorbehouden
  3. heeft voorbehouden
  4. hebben voorbehouden
  5. hebben voorbehouden
  6. hebben voorbehouden
v.v.t.
  1. had voorbehouden
  2. had voorbehouden
  3. had voorbehouden
  4. hadden voorbehouden
  5. hadden voorbehouden
  6. hadden voorbehouden
o.t.t.t.
  1. zal voorbehouden
  2. zult voorbehouden
  3. zal voorbehouden
  4. zullen voorbehouden
  5. zullen voorbehouden
  6. zullen voorbehouden
o.v.t.t.
  1. zou voorbehouden
  2. zou voorbehouden
  3. zou voorbehouden
  4. zouden voorbehouden
  5. zouden voorbehouden
  6. zouden voorbehouden
diversen
  1. behoud voor!
  2. behoudt voor!
  3. voorbehouden
  4. voorbehoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für voorbehouden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
reservera reserveren; voorbehouden achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen

Verwandte Wörter für "voorbehouden":


Verwandte Übersetzungen für voorbehoud