Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. haalbaar:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für haalbaar (Niederländisch) ins Schwedisch

haalbaar:

haalbaar Adjektiv

  1. haalbaar (verwezenlijkbaar; realiseerbaar; te doen)

Übersetzung Matrix für haalbaar:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
möjligheter gelegenheden; handigheid; kansen; mogelijkheden; mogelijkheid; mogelijkheid tot verwezenlijking; potentie
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
möjligheter haalbaar; realiseerbaar; te doen; verwezenlijkbaar

Verwandte Wörter für "haalbaar":

  • haalbaarheid, haalbare

Wiktionary Übersetzungen für haalbaar:


Cross Translation:
FromToVia
haalbaar möjlig; genomförbar feasible — that can be done in practice
haalbaar genomförbar; görlig; utförbar machbar — so, dass man es durchführen/machen kann
haalbaar utförbar réalisable — Qui est susceptible de se réaliser, d’être réalisé.