Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. gedijen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gedijen (Niederländisch) ins Schwedisch

gedijen:

gedijen Verb (gedij, gedijt, gedijde, gedijden, gedijd)

  1. gedijen (tieren; wassen)
    trivas; ha framgång; florera
    • trivas Verb (trivar, trivade, trivat)
    • ha framgång Verb (har framgång, hade framgång, haft framgång)
    • florera Verb (florerar, florerade, florerat)
  2. gedijen (toenemen; groeien; stijgen; )
    tillta; öka
    • tillta Verb (tilltar, tilltog, tilltagit)
    • öka Verb (ökar, ökade, ökat)

Konjugationen für gedijen:

o.t.t.
  1. gedij
  2. gedijt
  3. gedijt
  4. gedijen
  5. gedijen
  6. gedijen
o.v.t.
  1. gedijde
  2. gedijde
  3. gedijde
  4. gedijden
  5. gedijden
  6. gedijden
v.t.t.
  1. heb gedijd
  2. hebt gedijd
  3. heeft gedijd
  4. hebben gedijd
  5. hebben gedijd
  6. hebben gedijd
v.v.t.
  1. had gedijd
  2. had gedijd
  3. had gedijd
  4. hadden gedijd
  5. hadden gedijd
  6. hadden gedijd
o.t.t.t.
  1. zal gedijen
  2. zult gedijen
  3. zal gedijen
  4. zullen gedijen
  5. zullen gedijen
  6. zullen gedijen
o.v.t.t.
  1. zou gedijen
  2. zou gedijen
  3. zou gedijen
  4. zouden gedijen
  5. zouden gedijen
  6. zouden gedijen
en verder
  1. is gedijd
  2. zijn gedijd
diversen
  1. gedij!
  2. gedijt!
  3. gedijd
  4. gedijend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für gedijen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
florera gedijen; tieren; wassen ontplooien; opbloeien; opfleuren; tot bloei komen; tot volle wasdom komen
ha framgång gedijen; tieren; wassen
tillta aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen aangroeien; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen
trivas gedijen; tieren; wassen
öka aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; toenemen; vermeerderen aangroeien; bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; escaleren; gaan staan; omdoen; omhoogkomen; opstaan; toevoegen; uit de hand lopen; verheffen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen

Verwandte Definitionen für "gedijen":

  1. zich goed ontwikkelen, goed groeien1
    • deze baby gedijt goed1

Wiktionary Übersetzungen für gedijen:


Cross Translation:
FromToVia
gedijen förstora; gro; växa augmenterrendre une quantité plus grande.
gedijen gro; växa grandir — intransitif|fr devenir plus grand.