Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. bijkomend:
  2. bijkomen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijkomend (Niederländisch) ins Schwedisch

bijkomend:

bijkomend Adjektiv

  1. bijkomend (bij het hoofdfeit komende)

Übersetzung Matrix für bijkomend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
till saken kommande bij het hoofdfeit komende; bijkomend

Wiktionary Übersetzungen für bijkomend:


Cross Translation:
FromToVia
bijkomend tillkommande; underordnad; bi- accessoire — Qui n’regarder que comme la suite, l’accompagnement ou la dépendance de quelque chose de principal.

bijkomen:

bijkomen Verb (kom bij, komt bij, kwam bij, kwamen bij, bijgekomen)

  1. bijkomen (op adem komen)
    pigga upp; kvickna till
    • pigga upp Verb (piggar upp, piggade upp, piggat upp)
    • kvickna till Verb (kvicknar till, kvicknade till, kvicknat till)

Konjugationen für bijkomen:

o.t.t.
  1. kom bij
  2. komt bij
  3. komt bij
  4. komen bij
  5. komen bij
  6. komen bij
o.v.t.
  1. kwam bij
  2. kwam bij
  3. kwam bij
  4. kwamen bij
  5. kwamen bij
  6. kwamen bij
v.t.t.
  1. ben bijgekomen
  2. bent bijgekomen
  3. is bijgekomen
  4. zijn bijgekomen
  5. zijn bijgekomen
  6. zijn bijgekomen
v.v.t.
  1. was bijgekomen
  2. was bijgekomen
  3. was bijgekomen
  4. waren bijgekomen
  5. waren bijgekomen
  6. waren bijgekomen
o.t.t.t.
  1. zal bijkomen
  2. zult bijkomen
  3. zal bijkomen
  4. zullen bijkomen
  5. zullen bijkomen
  6. zullen bijkomen
o.v.t.t.
  1. zou bijkomen
  2. zou bijkomen
  3. zou bijkomen
  4. zouden bijkomen
  5. zouden bijkomen
  6. zouden bijkomen
diversen
  1. kom bij!
  2. komt bij!
  3. bijgekomen
  4. bijkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bijkomen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kvickna till bijkomen; op adem komen
pigga upp bijkomen; op adem komen fleurig maken; opfleuren