Niederländisch
Detailübersetzungen für beukend (Niederländisch) ins Schwedisch
beuken:
-
beuken (rammen)
Konjugationen für beuken:
o.t.t.
- beuk
- beukt
- beukt
- beuken
- beuken
- beuken
o.v.t.
- beukte
- beukte
- beukte
- beukten
- beukten
- beukten
v.t.t.
- heb gebeukt
- hebt gebeukt
- heeft gebeukt
- hebben gebeukt
- hebben gebeukt
- hebben gebeukt
v.v.t.
- had gebeukt
- had gebeukt
- had gebeukt
- hadden gebeukt
- hadden gebeukt
- hadden gebeukt
o.t.t.t.
- zal beuken
- zult beuken
- zal beuken
- zullen beuken
- zullen beuken
- zullen beuken
o.v.t.t.
- zou beuken
- zou beuken
- zou beuken
- zouden beuken
- zouden beuken
- zouden beuken
diversen
- beuk!
- beukt!
- gebeukt
- beukend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
beuken (beukehouten)
Übersetzung Matrix für beuken:
| Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| bok | band; beuk; beukenboom; boek; boekwerk; katern | |
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| bulta | beuken; rammen | fijnwrijven; hameren; hengsten; kloppen; kloppen met een hamer; lillen; rammen; stompen; trillen |
| dunka | beuken; rammen | fijnwrijven; hengsten; klakken; kleppen; rammen; stompen |
| slå hårt | beuken; rammen | hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren |
| Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| bok | beukehouten; beuken |
Verwandte Wörter für "beuken":
Computerübersetzung von Drittern: