Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. alleen:
  2. allee:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für alleen (Niederländisch) ins Schwedisch

alleen:

alleen Adjektiv

  1. alleen (uitsluitend; exclusief; enkel; enig)
    uteslutande; endast

Übersetzung Matrix für alleen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
uteslutande uitsluitsels; uitzonderen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
endast alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend alleen maar; enkel; slechts
uteslutande alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend

Verwandte Wörter für "alleen":


Antonyme für "alleen":


Verwandte Definitionen für "alleen":

  1. maar, echter1
    • ik wil mee, alleen het is zo donker buiten1
  2. slechts, enkel1
    • ik vroeg alleen maar of ik weg mag1
  3. zonder anderen, in je eentje1
    • deze kast heb ik helemaal alleen getimmerd1

Wiktionary Übersetzungen für alleen:

alleen
adverb
  1. slechts

Cross Translation:
FromToVia
alleen allena; ensam alone — by oneself
alleen själv alone — without outside help
alleen ensam lone — having no companion
alleen solo; ensam solo — without a companion or instructor
alleen ensam seul — Qui est sans compagnie ; qui n’est point avec d’autres.
alleen bara; blott; endast seulement — Uniquement, rien que… (sens général)
alleen endast; uteslutande uniquement — Exclusivement à tout autre.

alleen form of allee:

allee [znw.] Nomen

  1. allee (laan; dreef)
    aveny

Übersetzung Matrix für allee:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aveny allee; dreef; laan

Verwandte Wörter für "allee":


Verwandte Übersetzungen für alleen