Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. zemen:
  2. zeem:


Niederländisch

Detailed Synonyms for zemen in Niederländisch

zemen:

zemen Verb (zeem, zeemt, zeemde, zeemden, gezeemd)

  1. zemen
    zemen
    • zemen Verb (zeem, zeemt, zeemde, zeemden, gezeemd)

Konjugationen für zemen:

o.t.t.
  1. zeem
  2. zeemt
  3. zeemt
  4. zemen
  5. zemen
  6. zemen
o.v.t.
  1. zeemde
  2. zeemde
  3. zeemde
  4. zeemden
  5. zeemden
  6. zeemden
v.t.t.
  1. heb gezeemd
  2. hebt gezeemd
  3. heeft gezeemd
  4. hebben gezeemd
  5. hebben gezeemd
  6. hebben gezeemd
v.v.t.
  1. had gezeemd
  2. had gezeemd
  3. had gezeemd
  4. hadden gezeemd
  5. hadden gezeemd
  6. hadden gezeemd
o.t.t.t.
  1. zal zemen
  2. zult zemen
  3. zal zemen
  4. zullen zemen
  5. zullen zemen
  6. zullen zemen
o.v.t.t.
  1. zou zemen
  2. zou zemen
  3. zou zemen
  4. zouden zemen
  5. zouden zemen
  6. zouden zemen
diversen
  1. zeem!
  2. zeemt!
  3. gezeemd
  4. zemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zemen Adjektiv

  1. zemen
    zemen; zeemleren

Verwandte Wörter für "zemen":


zemen form of zeem:

zeem [de ~ (m)] Nomen

  1. de zeem
    de zeem
    • zeem [de ~ (m)] Nomen

Verwandte Wörter für "zeem":

  • zemen, zeempje, zeempjes