Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. voornemen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for voornemen in Niederländisch

voornemen:

voornemen [het ~] Nomen

  1. het voornemen
    het voornemen; de plan; de opzet
  2. het voornemen
    de intentie; het voornemen; de moedwil

voornemen Verb (neem voor, neemt voor, nam voor, namen voor, voorgenomen)

  1. voornemen
    voornemen
    • voornemen Verb (neem voor, neemt voor, nam voor, namen voor, voorgenomen)

Konjugationen für voornemen:

o.t.t.
  1. neem voor
  2. neemt voor
  3. neemt voor
  4. nemen voor
  5. nemen voor
  6. nemen voor
o.v.t.
  1. nam voor
  2. nam voor
  3. nam voor
  4. namen voor
  5. namen voor
  6. namen voor
v.t.t.
  1. heb voorgenomen
  2. hebt voorgenomen
  3. heeft voorgenomen
  4. hebben voorgenomen
  5. hebben voorgenomen
  6. hebben voorgenomen
v.v.t.
  1. had voorgenomen
  2. had voorgenomen
  3. had voorgenomen
  4. hadden voorgenomen
  5. hadden voorgenomen
  6. hadden voorgenomen
o.t.t.t.
  1. zal voornemen
  2. zult voornemen
  3. zal voornemen
  4. zullen voornemen
  5. zullen voornemen
  6. zullen voornemen
o.v.t.t.
  1. zou voornemen
  2. zou voornemen
  3. zou voornemen
  4. zouden voornemen
  5. zouden voornemen
  6. zouden voornemen
diversen
  1. neem voor!
  2. neemt voor!
  3. voorgenomen
  4. voornemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "voornemen":