Niederländisch
Detailed Synonyms for verslinden in Niederländisch
verslinden:
-
verslinden
-
verslinden
-
verslinden
-
verslinden
Konjugationen für verslinden:
o.t.t.
- verslind
- verslindt
- verslindt
- verslinden
- verslinden
- verslinden
o.v.t.
- verslond
- verslond
- verslond
- verslonden
- verslonden
- verslonden
v.t.t.
- heb verslonden
- hebt verslonden
- heeft verslonden
- hebben verslonden
- hebben verslonden
- hebben verslonden
v.v.t.
- had verslonden
- had verslonden
- had verslonden
- hadden verslonden
- hadden verslonden
- hadden verslonden
o.t.t.t.
- zal verslinden
- zult verslinden
- zal verslinden
- zullen verslinden
- zullen verslinden
- zullen verslinden
o.v.t.t.
- zou verslinden
- zou verslinden
- zou verslinden
- zouden verslinden
- zouden verslinden
- zouden verslinden
diversen
- verslind!
- verslindt!
- verslonden
- verslindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze