Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. motiveren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for motiveren in Niederländisch

motiveren:

motiveren Verb (motiveer, motiveert, motiveerde, motiveerden, gemotiveerd)

  1. motiveren
    motiveren
    • motiveren Verb (motiveer, motiveert, motiveerde, motiveerden, gemotiveerd)

Konjugationen für motiveren:

o.t.t.
  1. motiveer
  2. motiveert
  3. motiveert
  4. motiveren
  5. motiveren
  6. motiveren
o.v.t.
  1. motiveerde
  2. motiveerde
  3. motiveerde
  4. motiveerden
  5. motiveerden
  6. motiveerden
v.t.t.
  1. heb gemotiveerd
  2. hebt gemotiveerd
  3. heeft gemotiveerd
  4. hebben gemotiveerd
  5. hebben gemotiveerd
  6. hebben gemotiveerd
v.v.t.
  1. had gemotiveerd
  2. had gemotiveerd
  3. had gemotiveerd
  4. hadden gemotiveerd
  5. hadden gemotiveerd
  6. hadden gemotiveerd
o.t.t.t.
  1. zal motiveren
  2. zult motiveren
  3. zal motiveren
  4. zullen motiveren
  5. zullen motiveren
  6. zullen motiveren
o.v.t.t.
  1. zou motiveren
  2. zou motiveren
  3. zou motiveren
  4. zouden motiveren
  5. zouden motiveren
  6. zouden motiveren
en verder
  1. ben gemotiveerd
  2. bent gemotiveerd
  3. is gemotiveerd
  4. zijn gemotiveerd
  5. zijn gemotiveerd
  6. zijn gemotiveerd
diversen
  1. motiveer!
  2. motiveert!
  3. gemotiveerd
  4. motiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for motiveren