Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for kaart in Niederländisch

kaart:

kaart [de ~] Nomen

  1. de kaart
    de kaart; de speelkaart
  2. de kaart
    de kaart
  3. de kaart
    – rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan 1
    de kaart
    – rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan 1
    • kaart [de ~] Nomen
      • kun je op de kaart van Nederland Amsterdam aanwijzen?1
    de landkaart
  4. de kaart
    – rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan 1
    de kaart
    – rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan 1
    • kaart [de ~] Nomen
      • kun je op de kaart van Nederland Amsterdam aanwijzen?1
  5. de kaart
    – rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang 1
    het ticket; het toegangsbewijs; het plaatsbewijs; het entreebiljet; het kaartje
    de kaart
    – rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang 1
    • kaart [de ~] Nomen
      • ik heb kaartjes voor de bioscoop1
  6. de kaart
    – rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang 1
    de kaart
    – rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang 1
    • kaart [de ~] Nomen
      • ik heb kaartjes voor de bioscoop1
  7. de kaart
    – rechthoekig stuk karton met afbeelding 1
    de kaart
    – rechthoekig stuk karton met afbeelding 1
    • kaart [de ~] Nomen
      • we sturen hem een kaart uit Marokko1

Verwandte Wörter für "kaart":


Verwandte Definitionen für "kaart":

  1. rechthoekig stuk karton met afbeelding1
    • we sturen hem een kaart uit Marokko1
  2. rechthoekig stuk papier waarop een stuk van landen of werelddelen staan1
    • kun je op de kaart van Nederland Amsterdam aanwijzen?1
  3. rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang1
    • ik heb kaartjes voor de bioscoop1

Related Synonyms for kaart