Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. indrukken:
  2. indruk:


Niederländisch

Detailed Synonyms for indrukken in Niederländisch

indrukken:

indrukken Verb (druk in, drukt in, drukte in, drukten in, ingedrukt)

  1. indrukken
    indrukken; induwen
    • indrukken Verb (druk in, drukt in, drukte in, drukten in, ingedrukt)
    • induwen Verb (duw in, duwt in, duwde in, duwden in, ingeduwd)

Konjugationen für indrukken:

o.t.t.
  1. druk in
  2. drukt in
  3. drukt in
  4. drukken in
  5. drukken in
  6. drukken in
o.v.t.
  1. drukte in
  2. drukte in
  3. drukte in
  4. drukten in
  5. drukten in
  6. drukten in
v.t.t.
  1. heb ingedrukt
  2. hebt ingedrukt
  3. heeft ingedrukt
  4. hebben ingedrukt
  5. hebben ingedrukt
  6. hebben ingedrukt
v.v.t.
  1. had ingedrukt
  2. had ingedrukt
  3. had ingedrukt
  4. hadden ingedrukt
  5. hadden ingedrukt
  6. hadden ingedrukt
o.t.t.t.
  1. zal indrukken
  2. zult indrukken
  3. zal indrukken
  4. zullen indrukken
  5. zullen indrukken
  6. zullen indrukken
o.v.t.t.
  1. zou indrukken
  2. zou indrukken
  3. zou indrukken
  4. zouden indrukken
  5. zouden indrukken
  6. zouden indrukken
en verder
  1. is ingedrukt
diversen
  1. druk in!
  2. drukt in!
  3. ingedrukt
  4. indrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "indrukken":


indruk:

indruk [de ~ (m)] Nomen

  1. de indruk
    de indruk
  2. de indruk
    – uitwerking die het heeft op gedachten en gevoel 1
    de indruk; de impressie
    – uitwerking die het heeft op gedachten en gevoel 1
    • indruk [de ~ (m)] Nomen
      • het optreden van Rob de Nijs maakte veel indruk1
    • impressie [de ~ (v)] Nomen
      • tijdens de reis heb ik veel impressies opgedaan1

Verwandte Wörter für "indruk":


Alternate Synonyms for "indruk":


Verwandte Definitionen für "indruk":

  1. uitwerking die het heeft op gedachten en gevoel1
    • het optreden van Rob de Nijs maakte veel indruk1

Related Synonyms for indrukken