Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. bijkomen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for bijkomen in Niederländisch

bijkomen:

bijkomen Verb (kom bij, komt bij, kwam bij, kwamen bij, bijgekomen)

  1. bijkomen
    op adem komen; bijkomen

Konjugationen für bijkomen:

o.t.t.
  1. kom bij
  2. komt bij
  3. komt bij
  4. komen bij
  5. komen bij
  6. komen bij
o.v.t.
  1. kwam bij
  2. kwam bij
  3. kwam bij
  4. kwamen bij
  5. kwamen bij
  6. kwamen bij
v.t.t.
  1. ben bijgekomen
  2. bent bijgekomen
  3. is bijgekomen
  4. zijn bijgekomen
  5. zijn bijgekomen
  6. zijn bijgekomen
v.v.t.
  1. was bijgekomen
  2. was bijgekomen
  3. was bijgekomen
  4. waren bijgekomen
  5. waren bijgekomen
  6. waren bijgekomen
o.t.t.t.
  1. zal bijkomen
  2. zult bijkomen
  3. zal bijkomen
  4. zullen bijkomen
  5. zullen bijkomen
  6. zullen bijkomen
o.v.t.t.
  1. zou bijkomen
  2. zou bijkomen
  3. zou bijkomen
  4. zouden bijkomen
  5. zouden bijkomen
  6. zouden bijkomen
diversen
  1. kom bij!
  2. komt bij!
  3. bijgekomen
  4. bijkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze