Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. vermurwen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for vermurwen in Niederländisch

vermurwen:

vermurwen Verb (vermurw, vermurwt, vermurwde, vermurwden, vermurwd)

  1. vermurwen
    vermurwen
    • vermurwen Verb (vermurw, vermurwt, vermurwde, vermurwden, vermurwd)

Konjugationen für vermurwen:

o.t.t.
  1. vermurw
  2. vermurwt
  3. vermurwt
  4. vermurwen
  5. vermurwen
  6. vermurwen
o.v.t.
  1. vermurwde
  2. vermurwde
  3. vermurwde
  4. vermurwden
  5. vermurwden
  6. vermurwden
v.t.t.
  1. heb vermurwd
  2. hebt vermurwd
  3. heeft vermurwd
  4. hebben vermurwd
  5. hebben vermurwd
  6. hebben vermurwd
v.v.t.
  1. had vermurwd
  2. had vermurwd
  3. had vermurwd
  4. hadden vermurwd
  5. hadden vermurwd
  6. hadden vermurwd
o.t.t.t.
  1. zal vermurwen
  2. zult vermurwen
  3. zal vermurwen
  4. zullen vermurwen
  5. zullen vermurwen
  6. zullen vermurwen
o.v.t.t.
  1. zou vermurwen
  2. zou vermurwen
  3. zou vermurwen
  4. zouden vermurwen
  5. zouden vermurwen
  6. zouden vermurwen
diversen
  1. vermurw!
  2. vermurwt!
  3. vermurwd
  4. vermurwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze