Niederländisch
Detailed Synonyms for pikuur in Niederländisch
pikuur: (*Wort und Satz getrennt)
- pik: lul; lid; penis; piemel; pik; roede
- uur: uur; tijdsbestek van een uur
- pikken: afpakken; pikken; inpikken; ontfutselen; grissen; aftroggelen; gappen; bietsen; afnemen; wegnemen; plunderen; ontnemen; kapen; toeëigenen; roven; benemen; verdonkeren; wegpakken; leegstelen; grijpen; graaien; snaaien; stelen; vervreemden; jatten; ontvreemden; wegkapen; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; achterhouden; verduisteren; wegfutselen