Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->Suche: fors

Niederländische Search Results for: fors

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

fors:
- behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; flink; stevig; potig; breed; uit de kluiten gewassen; massief; zwaar; struis; zwaargebouwd; robuust

Niederländisch

Detailed Synonyms for fors in Niederländisch

fors:

fors Adjektiv

fors
behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; flink
- behoorlijk Adjektiv
- aanzienlijk Adjektiv
- enorm Adjektiv
- beduidend Adjektiv
- aanmerkelijk Adjektiv
- fors Adjektiv
- flink Adjektiv
fors
stevig; fors; flink; potig
- stevig Adjektiv
- fors Adjektiv
- flink Adjektiv
- potig Adjektiv
fors
fors; stevig
- fors Adjektiv
- stevig Adjektiv
fors
breed; uit de kluiten gewassen; fors
- breed Adjektiv
- uit de kluiten gewassen Adjektiv
- fors Adjektiv
fors
massief; zwaar; struis; potig; zwaargebouwd; robuust; fors
- massief Adjektiv
- zwaar Adjektiv
- struis Adjektiv
- potig Adjektiv
- zwaargebouwd Adjektiv
- robuust Adjektiv
- fors Adjektiv
fors

– nogal groot ¹
stevig; flink; fors
– nogal groot ¹
- stevig Adjektiv
  - het is een stevige vrouw¹
- flink Adjektiv
  - dat is al een flinke jongen¹
- fors Adjektiv
  - deze taart is fors uitgevallen¹

Verwandte Wörter für "fors":

forsheid, forser, forsere, forse

Alternate Synonyms for "fors":

flink; stevig

Antonyme für "fors":

klein

Verwandte Definitionen für "fors":

nogal groot¹
- deze taart is fors uitgevallen¹

¹Muiswerk Woordenboek