Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. boycotten:
  2. boycot:


Niederländisch

Detailed Synonyms for boycotten in Niederländisch

boycotten:

boycotten Verb (boycot, boycotte, boycotten, geboycot)

  1. boycotten
    boycotten
    • boycotten Verb (boycot, boycotte, boycotten, geboycot)

Konjugationen für boycotten:

o.t.t.
  1. boycot
  2. boycot
  3. boycot
  4. boycotten
  5. boycotten
  6. boycotten
o.v.t.
  1. boycotte
  2. boycotte
  3. boycotte
  4. boycotten
  5. boycotten
  6. boycotten
v.t.t.
  1. heb geboycot
  2. hebt geboycot
  3. heeft geboycot
  4. hebben geboycot
  5. hebben geboycot
  6. hebben geboycot
v.v.t.
  1. had geboycot
  2. had geboycot
  3. had geboycot
  4. hadden geboycot
  5. hadden geboycot
  6. hadden geboycot
o.t.t.t.
  1. zal boycotten
  2. zult boycotten
  3. zal boycotten
  4. zullen boycotten
  5. zullen boycotten
  6. zullen boycotten
o.v.t.t.
  1. zou boycotten
  2. zou boycotten
  3. zou boycotten
  4. zouden boycotten
  5. zouden boycotten
  6. zouden boycotten
en verder
  1. ben geboycot
  2. bent geboycot
  3. is geboycot
  4. zijn geboycot
  5. zijn geboycot
  6. zijn geboycot
diversen
  1. boycot!
  2. boycot!
  3. geboycot
  4. boycottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "boycotten":


boycotten form of boycot:

boycot [de ~ (m)] Nomen

  1. de boycot
    de boycot

Verwandte Wörter für "boycot":