Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. wriggelen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für wriggelen (Niederländisch) ins Französisch

wriggelen:

wriggelen Verb

  1. wriggelen (wrikken)
    secouer; agiter; tordre; tordre légèrement; osciller; tournoyer
    • secouer Verb (secoue, secoues, secouons, secouez, )
    • agiter Verb (agite, agites, agitons, agitez, )
    • tordre Verb (tords, tord, tordons, tordez, )
    • osciller Verb (oscille, oscilles, oscillons, oscillez, )
    • tournoyer Verb (tournoie, tournoies, tournoyons, tournoyez, )

Übersetzung Matrix für wriggelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
agiter wriggelen; wrikken aan de zwerf zijn; afranselen; agiteren; beroeren; beven; heen en weer bewegen; heen en weer zwaaien; iemand toetakelen; in beroering brengen; omroeren; op en neer bewegen; oppoken; opstoken; roeren; rondzwerven; schudden; slingeren; trillen; zwaaien; zwenken; zwerven
osciller wriggelen; wrikken bengelen; deinen; flakkeren; flikkeren; fluctueren; golven; heen en weer zwaaien; oscilleren; schommelen; slingeren; variëren; vlammen; wankelen; wiebelen; wiegelen; wiegen; zwaaien; zwenken
secouer wriggelen; wrikken afkloppen; afschudden; beven; deinen; golven; heen en weer bewegen; heen en weer zwaaien; omschudden; opschudden; schommelen; schudden; slingeren; trillen; wiegen; zich ontdoen van; zwaaien; zwenken
tordre wriggelen; wrikken ineendraaien; klemmen; knellen; omklemmen; ontwrichten; strak zitten; uitwringen; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; verdraaien; verstuiken; verwringen; verzwikken; wringen; zich wringen; zwikken
tordre légèrement wriggelen; wrikken
tournoyer wriggelen; wrikken draaien; dwarrelen; in kringetjes ronddraaien; kantelen; kolken; kringelen; naar beneden zweven; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen