Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vrijen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vrijend (Niederländisch) ins Französisch

vrijend form of vrijen:

vrijen Verb (vrij, vrijt, vrijde, vrijden, gevrijd)

  1. vrijen (de liefde bedrijven; minnen; liefkozen; minnekozen; beminnen)
    cajoler; câliner; faire l'amour
    • cajoler Verb (cajole, cajoles, cajolons, cajolez, )
    • câliner Verb (câline, câlines, câlinons, câlinez, )
  2. vrijen (sexuele gemeenschap hebben; neuken; paren)

Konjugationen für vrijen:

o.t.t.
  1. vrij
  2. vrijt
  3. vrijt
  4. vrijen
  5. vrijen
  6. vrijen
o.v.t.
  1. vrijde
  2. vrijde
  3. vrijde
  4. vrijden
  5. vrijden
  6. vrijden
v.t.t.
  1. heb gevrijd
  2. hebt gevrijd
  3. heeft gevrijd
  4. hebben gevrijd
  5. hebben gevrijd
  6. hebben gevrijd
v.v.t.
  1. had gevrijd
  2. had gevrijd
  3. had gevrijd
  4. hadden gevrijd
  5. hadden gevrijd
  6. hadden gevrijd
o.t.t.t.
  1. zal vrijen
  2. zult vrijen
  3. zal vrijen
  4. zullen vrijen
  5. zullen vrijen
  6. zullen vrijen
o.v.t.t.
  1. zou vrijen
  2. zou vrijen
  3. zou vrijen
  4. zouden vrijen
  5. zouden vrijen
  6. zouden vrijen
diversen
  1. vrij!
  2. vrijt!
  3. gevrijd
  4. vrijend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vrijen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cajoler beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen
câliner beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen aaien; knuffelen; knuffen; kozen; kroelen; liefkozen; strelen
faire l'amour beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; neuken; paren; sexuele gemeenschap hebben; vrijen de liefde bedrijven

Verwandte Definitionen für "vrijen":

  1. kussen en strelen1
    • zullen we een beetje vrijen?1
  2. neuken, geslachtsgemeenschap hebben1
    • je moet een condoom om bij het vrijen1

Wiktionary Übersetzungen für vrijen:

vrijen
verb
  1. Accomplir l’acte sexuel
noun
  1. biol|fr genre qui peut être masculin ou féminin.

Cross Translation:
FromToVia
vrijen → faire l'amour; baiser; coucher love — (euphemistic): to have sex with
vrijen → faire l'amour make love — to engage in sexual intercourse
vrijen rapport sexuel; sexe; cul sex — act of sexual intercourse

Computerübersetzung von Drittern: