Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. verbeuren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verbeuren (Niederländisch) ins Französisch

verbeuren:

verbeuren Verb (verbeur, verbeurt, verbeurde, verbeurden, verbeurd)

  1. verbeuren
    perdre
    • perdre Verb (perds, perd, perdons, perdez, )

Konjugationen für verbeuren:

o.t.t.
  1. verbeur
  2. verbeurt
  3. verbeurt
  4. verbeuren
  5. verbeuren
  6. verbeuren
o.v.t.
  1. verbeurde
  2. verbeurde
  3. verbeurde
  4. verbeurden
  5. verbeurden
  6. verbeurden
v.t.t.
  1. heb verbeurd
  2. hebt verbeurd
  3. heeft verbeurd
  4. hebben verbeurd
  5. hebben verbeurd
  6. hebben verbeurd
v.v.t.
  1. had verbeurd
  2. had verbeurd
  3. had verbeurd
  4. hadden verbeurd
  5. hadden verbeurd
  6. hadden verbeurd
o.t.t.t.
  1. zal verbeuren
  2. zult verbeuren
  3. zal verbeuren
  4. zullen verbeuren
  5. zullen verbeuren
  6. zullen verbeuren
o.v.t.t.
  1. zou verbeuren
  2. zou verbeuren
  3. zou verbeuren
  4. zouden verbeuren
  5. zouden verbeuren
  6. zouden verbeuren
diversen
  1. verbeur!
  2. verbeurt!
  3. verbeurd
  4. verbeurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verbeuren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
perdre verbeuren afraken van; erbij inschieten; floepen; glippen; inzetten; kwijt raken; kwijtraken; missen; onderspit delven; vergokken; vergooien; verliezen; verloren gaan; vermissen; verspelen; verwedden; wedden; wegglippen; wegmaken; wegraken; zoek maken; zoek raken; zoekmaken; zoekraken

Wiktionary Übersetzungen für verbeuren:

verbeuren
Cross Translation:
FromToVia
verbeuren déclarer forfait; abandonner forfeit — to give up in defeat