Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->übersetze schuwheid

übersetze schuwheid von Niederländische ins Französisch

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

schuwheid:
- timidité; sauvagerie; humeur sauvage; gêne; réserve; embarras
schuw:
- farouche; craintif; rétif
Wiktionary:
- schuw → peureux, timide
- schuw → timoré, timorée, craintif, craintive

Niederländisch

Detailübersetzungen für schuwheid (Niederländisch) ins Französisch

schuwheid:

schuwheid [de ~ (v)] Nomen

de schuwheid (eenkennigheid)
la timidité; la sauvagerie; l'humeur sauvage
- timidité [la ~] Nomen
- sauvagerie [la ~] Nomen
- humeur sauvage [la ~] Nomen
de schuwheid (verlegenheid; bedeesdheid; timiditeit; schroom; geslotenheid)
la gêne; la réserve; l'embarras; la timidité
- gêne [la ~] Nomen
- réserve [la ~] Nomen
- embarras [le ~] Nomen
- timidité [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für schuwheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
embarras	bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid	beschaamdheid; drukte; ergernis; gedoe; gegeneerdheid; gêne; hinder; moeilijkheden; moeilijkheid; narigheid; obstructie; omhaal; ongemak; ongerief; overlast; penarie; probleem; problemen; rompslomp; schaamte; schaamtegevoel; schroom; sores; veel gedoe; verlegenheid; verstopping in het lichaam; zorgen
gêne	bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid	belemmering; beletsel; ergernis; gegeneerdheid; gêne; hinder; hindernis; klip; obstakel; obstructie; ongemak; ongerief; overlast; schroom; storing; verlegenheid; verstopping in het lichaam
humeur sauvage	eenkennigheid; schuwheid
réserve	bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid	afgifte; bergplaats; bezorging; depot; geleverde; gematigdheid; gereserveerdheid; ingetogenheid; leverantie; levering; magazijn; matigheid; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; reservaat; stemmigheid; terughoudendheid; voorbehoud; voorraadmagazijn; voorraadschuur; warenhuis; wildpark; zedigheid
sauvagerie	eenkennigheid; schuwheid	wildheid; woestheid
timidité	bedeesdheid; eenkennigheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid	beschroomdheid; bleuheid; schroom; schroomvalligheid; schuchterheid

Verwandte Wörter für "schuwheid":

schuw

schuw:

schuw Adjektiv

schuw (kopschuw)
farouche; craintif; rétif
- farouche Adjektiv
- craintif Adjektiv
- rétif Adjektiv

Übersetzung Matrix für schuw:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
craintif	kopschuw; schuw	angstig; bang; bedeesd; beschroomd; bevreesd; bleu; in angst; schichtig; schrikachtig; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen; verschrikt; vreesachtig
farouche	kopschuw; schuw	bedeesd; beschroomd; bleu; ongetemd; ruig; ruw; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen; wild; woest
rétif	kopschuw; schuw

Verwandte Wörter für "schuw":

schuwheid, schuwer, schuwere, schuwe

Wiktionary Übersetzungen für schuw:

schuw

adjective

Qui est sujet à la peur.
- peureux → angstig; bang; benepen; beschroomd; kleinzielig; laf; schroomvallig; schuw; vreesachtig
Qui est craintif, qui manquer de hardiesse, d’assurance.
- timide → bedeesd; bevangen; timide; verlegen; bang; benepen; beschroomd; schroomvallig; schuw; vreesachtig

Cross Translation:

From	To	Via
• schuw	→ timoré; timorée; craintif; craintive	↔ timorous — fearful, timid