Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. parelen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für parelde (Niederländisch) ins Französisch

parelde form of parelen:

parelen Adjektiv

  1. parelen
    de perles

parelen Verb (parel, parelt, parelde, parelden, gepareld)

  1. parelen (kralen)
    perler; pétiller
    • perler Verb (perle, perles, perlons, perlez, )
    • pétiller Verb (pétille, pétilles, pétillons, pétillez, )

Konjugationen für parelen:

o.t.t.
  1. parel
  2. parelt
  3. parelt
  4. parelen
  5. parelen
  6. parelen
o.v.t.
  1. parelde
  2. parelde
  3. parelde
  4. parelden
  5. parelden
  6. parelden
v.t.t.
  1. heb gepareld
  2. hebt gepareld
  3. heeft gepareld
  4. hebben gepareld
  5. hebben gepareld
  6. hebben gepareld
v.v.t.
  1. had gepareld
  2. had gepareld
  3. had gepareld
  4. hadden gepareld
  5. hadden gepareld
  6. hadden gepareld
o.t.t.t.
  1. zal parelen
  2. zult parelen
  3. zal parelen
  4. zullen parelen
  5. zullen parelen
  6. zullen parelen
o.v.t.t.
  1. zou parelen
  2. zou parelen
  3. zou parelen
  4. zouden parelen
  5. zouden parelen
  6. zouden parelen
diversen
  1. parel!
  2. parelt!
  3. gepareld
  4. parelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für parelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
perler kralen; parelen
pétiller kralen; parelen mousseren; opbruisen; sprankelen; tintelen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
de perles parelen paarlen

Verwandte Wörter für "parelen":