Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. nekken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für nekte (Niederländisch) ins Französisch

nekken:

nekken Verb (nek, nekt, nekte, nekten, genekt)

  1. nekken (in de war sturen; ruïneren; bederven; verzieken)
    brouiller; dégrader; ruiner
    • brouiller Verb (brouille, brouilles, brouillons, brouillez, )
    • dégrader Verb (dégrade, dégrades, dégradons, dégradez, )
    • ruiner Verb (ruine, ruines, ruinons, ruinez, )

Konjugationen für nekken:

o.t.t.
  1. nek
  2. nekt
  3. nekt
  4. nekken
  5. nekken
  6. nekken
o.v.t.
  1. nekte
  2. nekte
  3. nekte
  4. nekten
  5. nekten
  6. nekten
v.t.t.
  1. heb genekt
  2. hebt genekt
  3. heeft genekt
  4. hebben genekt
  5. hebben genekt
  6. hebben genekt
v.v.t.
  1. had genekt
  2. had genekt
  3. had genekt
  4. hadden genekt
  5. hadden genekt
  6. hadden genekt
o.t.t.t.
  1. zal nekken
  2. zult nekken
  3. zal nekken
  4. zullen nekken
  5. zullen nekken
  6. zullen nekken
o.v.t.t.
  1. zou nekken
  2. zou nekken
  3. zou nekken
  4. zouden nekken
  5. zouden nekken
  6. zouden nekken
en verder
  1. ben genekt
  2. bent genekt
  3. is genekt
  4. zijn genekt
  5. zijn genekt
  6. zijn genekt
diversen
  1. nek!
  2. nekt!
  3. genekt
  4. nekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für nekken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
brouiller bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken omroeren; roeren; verstoren; vertoornen
dégrader bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten
ruiner bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken afbreken; bederven; corrumperen; ruineren; slopen; stukmaken; te gronde richten; verbroddelen; verderven; verklungelen; verknallen; verknoeien; vernielen; vernietigen; verpesten; verwoesten; verzieken

Verwandte Wörter für "nekken":